Nieuws

Promotie Beorn Nijenhuis

Stel je voor: je presteert op topniveau en doet er alles aan om iedere dag het beste uit jezelf te halen en op de top van je kunnen te presteren, maar van de een op de andere dag lukt dat niet meer. Het overkomt topschaatsers, maar ook musici of darters, die jarenlang een specifieke vaardigheid hebben getraind. Oud-olympisch schaatser Beorn Nijenhuis deed onderzoek naar dit neurologische fenomeen bij schaatsers, dat vaak het einde van een carrière inluidt.

Zwabbervoet is een mysterieuze bewegingsstoornis, die vaak het einde van een sportcarrière inluidt. Schaatsers die eraan lijden ervaren een schokkerige beweging in de voet aan het einde van een complete schaatsslag, net voordat die op het ijs wordt geplaatst. Dit leidt tot instabiliteit en verhoogt het valrisico. Beorn Nijenhuis heeft zijn promotieonderzoek hierop gericht.

Er zijn veel verklaringen voorgesteld voor zwabbervoet, maar de daaropvolgende behandelingen hebben geen succes gehad. Naar aanleiding van klinische en subjectieve beoordelingen van individuele gevallen van zwabbervoet toonde Beorn in zijn proefschrift aan dat de zwabbervoet een taak-specifieke dystonie is. Dystonie is een neurologische bewegingsstoornis die gepaard gaat met onwillekeurige spiersamentrekkingen. Daarbij kan iemand deze draaiende bewegingen gaan maken zonder dat te willen. In meerdere experimenten waarbij klinische, bewegings-, spier- en psychometrische gegevens werden verzameld, bleek dat inderdaad het geval te zijn bij de onderzochte schaatsers. Overigens zijn deze waarnemingen niet definitief, maar vormen ze een belangrijke eerste stap om deze mysterieuze aandoening beter te begrijpen.

Beorn: “Het is lastig om te zeggen wie risico loopt op een zwabbervoet, maar we weten wel dat een genetische component een rol speelt. Daar is op zich weinig aan te doen, maar overtrainen, stress en angst kunnen een trigger zijn – en zouden daarom moeten worden voorkomen.” Aandacht voor mentale gezondheid en het afwisselen van bewegingen is daarom aan te raden. “Enerzijds kun je kiezen voor een psychologische aanpak, om angst te verminderen, en anderzijds kun je proberen om de beweging opnieuw te leren maken.” Naast psychologische en sensomotorische training, wordt ook wel botox ingezet om de spieractiviteit te verlagen. “Een combinatie van deze strategieën werkt waarschijnlijk het beste.”